(Mit gebrochener Stimme)

Wij zijn zeloten als het gaat
Om kleine dingen die we vinden
in groene, onbedorven staat,
en waaromheen wij handen winden.

Geen ding ontsnapt de wurggreep
van stennis, schennis en berouw.
Geen keel die ik niet dichter kneep,
al doe ik dat vooral voor jou.

Jij denkt als nachtegaal te zingen,
maar ik belet je vrije stem
om uit te vliegen, breek ad rem

je vleugels, pootjes, alle dingen
die jou maken maak ik dood.
Maar ook ik zelf raak uit het lood.

© Danny Habets, maart 2024

Overgave

Ik ben een kloon in ’t diepst van mijn gedachten,
vermei mijzelf met levensangst, met halfzachte
noodverbanden en ouderdomsdetentie.
Ik leef wat los van mij en mijn intentie

en lijk wel tot die dubbeling verkoren,
alleen de bisschop wil er niet van horen.
Met overgave zing ik graag een lied
voor hem, maar liegen lukt mij niet.

Ik ken de gladde, uitgebeten sporen
die onze wandelingen toebehoren:
herhaling maakt ze diep en sleets.

Altijd diezelfde weg en passen steeds.
Altijd dezelfde rondjes om de kerk.
En toch is dát het echte levenswerk.

© Danny Habets

Natte droom

Ik sijpel door mijzelf heen, mijn ziel
Zweet ernstig uit zijn blauwe boerenkiel.
Wat maskerade kan een mens verdragen,
Maar peilt de made dan, hoe diep men viel?

Men kan wel alles in zijn kern bevragen
En denken aan het einde van zijn dagen.
Ik sijpel door mijzelf heen, mijn ziel
Doorzichtig, giftig, geestig onvoldragen.

Neem ik een duik? Het zwembad vol belofte:
Is er voldoende water voor een vis?
(Verzeker mij dan dat het nat genoeg is!)

Zo gaat het echter niet, te weinig bofte
Men met de omvang van het warme bad:
De diepte bleek een knullig zwart gat.

© Danny Habets

Motivatie

Je schrikt wat van de wirwar: draden
die onze paden kruisen, maar dat terzijde,
die van de droom zich onderscheiden
door ongenietbaar echte, fijne daden.

Het schouwspel doet bescheiden zwijgen,
en als een boze spin hang je erin.
Er is geen einde, en geen begin
aan deze prooi. Hij is niet te krijgen.

Soms hang je danig in de touwen,
omdat je iets te veel op eigen kracht
leunt: ongemotiveerd vertrouwen.

Dan heeft de vangst te weinig om het lijf,
al heeft zij wat ontroering opgebracht.
Het lijk is voor dat doel te snel verstijfd.

© Danny Habets, augustus 2023

Lichten uit!

Burlesk is dit vermaak te noemen.
Het licht gaat uit, al na drie bier.

Toch blijft juist dat buiten de boeken
(Want boeken zijn vaak dragers van verdriet).

Kom, dans met mij, versier dit bal
Met onze vlezigheid. Dit carnaval

Loopt ras ten einde. Heel mijn lijf,
Zo snel vermoeid, vergeet zijn pijn

Zodra het overmand wordt door de roes.
Aswoensdag komt dit jaar een nacht te vroeg.

© Danny Habets, augustus 2023

Bid voor ons, zondaars

Heb jij wel eens geschoten? Mooie plaatjes,
groot wild gezien? Je ogen blootgesteld
Aan roes, volledig vrij, met veel geweld?
Of sus je mij in slaap met loze praatjes?

Het stil moment suprème wordt uitgesteld
Zolang je, vlammend, in de verte tuurt
Alvorens je met volle kracht, ja vuurt!
(Zo heet en snel dat je bent kalltgestellt.)

Men leert niet schieten op de korte baan.
Nee, eerder springt een overspannen haan
Uit zijn verband en schiet zijn doel voorbij.

Misschien was toch mijn loop wat ongericht.
Mijn dood was klein, maar groots was het gezicht,
Veel groter dan begroot was – ook door mij.

© Danny Habets, eind mei 2023

Twee geloven op een kussen

Men is zo vlijtig mijn en dijn te scheiden,
dat ik wat in verwarring raak: waar staat
die naam van mij en die van jou, waar gaat
verdelen van de boedel dan toe leiden?

Wat jaren samen sliep, en toch wel aangenaam
in harmonie, en naar omstandigheden
maar weinig van slijtage had geleden,
komt nu in ander daglicht door het raam

naar binnen: dáár sta ik, een lans te breken,
een middelpunt waar het precies om draait,
maar jij ontwijkt het, zegt dat dát wel overwaait.

Contractueel heb jij te goed gekeken
naar alles wat er af te dingen viel.
Dus daarom: naar de duivel met mijn ziel!

© Danny Habets, zomer 2023

Overgave

Ik ben een kloon in ’t diepst van mijn gedachten,
vermei mijzelf met levensangst, met halfzachte
noodverbanden en ouderdomsdetentie.
Ik leef wat los van mij en mijn intentie

en lijk wel tot die dubbeling verkoren,
alleen de bisschop wil er niet van horen.
Met overgave zing ik graag een lied
voor hem, maar liegen lukt mij niet.

Ik ken de gladde, uitgebeten sporen
die onze wandelingen toebehoren:
herhaling maakt ze diep en sleets.

Altijd diezelfde weg en passen steeds.
Altijd dezelfde rondjes om de kerk.
En toch is dát het echte levenswerk.

© Danny Habets, juli 2023

Natte droom

Ik sijpel door mijzelf heen, mijn ziel
Zweet ernstig uit zijn blauwe boerenkiel.
Wat maskerade kan een mens verdragen,
Maar peilt de made dan, hoe diep men viel?

Men kan wel alles in zijn kern bevragen
En denken aan het einde van zijn dagen.
Ik sijpel door mijzelf heen, mijn ziel
Doorzichtig, giftig, geestig onvoldragen.

Neem ik een duik? Het zwembad vol belofte:
is er voldoende water voor een vis?
(Verzeker mij dan dat het nat genoeg is!)

Zo gaat het echter niet, te weinig bofte
Men met de omvang van het warme bad:
De diepte bleek een knullig zwart gat.

© Danny Habets, eind juni 2023