Nog steeds zie ik het licht niet,
Dat jij over mij laat schijnen.
Zo langzaam aan gaat het schrijnen,
Deze schaafplek, dit debiet
Aan komen, stromen en verdwijnen.
Men is zichzelf niet meer, de rivier
Spoelt alles schoon, weg van hier,
En laat wat was kleinzielig kwijnen.
Zo zit je op een avond in het bad,
Je kleine ziel gaat twee keer nat:
“Ik ben de maat van alle dingen.”
Het is te kort, je glijdt spiernaakt
Uit als je naar de handdoek haakt.
Het gisten laat zich niet bedwingen.
© Danny Habets, januari 2023