Ik ben een kloon in ’t diepst van mijn gedachten, vermei mijzelf met levensangst, met halfzachte noodverbanden en ouderdomsdetentie. Ik leef wat los van mij en mijn intentie
en lijk wel tot die dubbeling verkoren, alleen de bisschop wil er niet van horen. Met overgave zing ik graag een lied voor hem, maar liegen lukt mij niet.
Ik ken de gladde, uitgebeten sporen die onze wandelingen toebehoren: herhaling maakt ze diep en sleets.
Altijd diezelfde weg en passen steeds. Altijd dezelfde rondjes om de kerk. En toch is dát het echte levenswerk.
Ik sijpel door mijzelf heen, mijn ziel Zweet ernstig uit zijn blauwe boerenkiel. Wat maskerade kan een mens verdragen, Maar peilt de made dan, hoe diep men viel?
Men kan wel alles in zijn kern bevragen En denken aan het einde van zijn dagen. Ik sijpel door mijzelf heen, mijn ziel Doorzichtig, giftig, geestig onvoldragen.
Neem ik een duik? Het zwembad vol belofte: Is er voldoende water voor een vis? (Verzeker mij dan dat het nat genoeg is!)
Zo gaat het echter niet, te weinig bofte Men met de omvang van het warme bad: De diepte bleek een knullig zwart gat.
Ja, ook ik heb een tik van de Beatles meegekregen, terwijl in mijn geboortejaar 1971 de groep al uit elkaar was. De moord op John Lennon: ik kan het me nog herinneren, het maakte veel los. De televisie en mijn ouders hadden het erover.
Als een soort vanzelfsprekendheid zwierf in mijn ouderlijk huis hier en daar een LP van de Beatles rond, en ik meen zelfs enkele van die typerende Parlophone singletjes uit midden jaren ’60 (A Hard Days Night – was het o.a. die?). Natuurlijk hadden mijn ouders ook die bekende rode en blauwe dubbelalbums met bekendste nummers.
Het kan niet anders of je vroegste jaren vormen je muzieksmaak, hoe vaak en hoe zeer die later ook veranderingen ondergaat. Ik moet een van die albums op mijn kamer hebben gehad, want ik kende het hele album uit mijn hoofd, wist precies wat er na elk nummer kwam. In mijn kinderlijk verbasterende en verhaspelende Engels zong ik mee, want ik vond het heel mooi. Later ben ik dat album uit het oog verloren en tot voor kort wist niet meer welk album het was. Het exemplaar is kwijt en die precieze opeenvolging heb ik nooit meer gehoord – wel natuurlijk de enkele echte evergreen zoals Love me do en Twist and shout. Ik heb me wel vaak afgevraagd welk album het moet zijn geweest (naast de vraag waar precies dat exemplaar is beland).
Je stuit er ook niet zo makkelijk op, terwijl het heel erg voor de hand ligt. Maar in later jaren werd voor mij Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band belangrijk (een van de eerste cd’s in de verzameling van mijn vader begin jaren ’80), vanwege het experimenterende karakter. Daar komen dan nog later, als ik halverwege jaren ’90 weer platen begin te kopen Rubber Soul, Abbey Road en The White Album bij. Van die vroege “populaire” periode van de Beatles hoor je (of luisterde ik) meestal alleen die heel populaire nummers. Totdat ik vandaag eigenlijk uit een plotse behoefte iets van de Beatles wilde opzetten en dat min of meer willekeurig het album Please please me werd. Bij elk nummer werd ik blijer, wist ik weer exact welk nummer, of beter: welke klanken zouden volgen. Patroonherkenning. Dit was dat album van toen! Waarom was dit niet eerder gebeurd? Waarom heb ik nooit meer uit nieuwsgierigheid Please please me opgezet?
Eén reden is in elk geval de hoes van het album. Wat ik in mijn kindertijd op mijn platenspelertje afspeelde had namelijk niet de voor iedereen bekende hoes (zie boven), maar de hoes hiernaast (met dank aan Google). En die hoes vermeldt nergens, voor zover ik me herinner en kan zien, dat het een uitgave van het album Please please me is. Ik herinner me dat de hoes van dikker karton was, dus waarschijnlijk een Amerikaanse uitgave die via de export tot ons was gekomen.
Herkenning is een van de mogelijkheden tot diep geluk. Ik ben dus dat setje mp3’s aan het grijsdraaien – zo’n begrip dat in deze digitale tijd alleen nog maar metaforische betekenis kan hebben. Ondertussen wordt je hart ergens in tweeën gescheurd door de al te bekende klanken van I saw her standing there, Misery, maar vooral op de B-kant (nog zo’n begrip dat nu al velen voor vraagtekens stelt, vinyl-revival of niet) nummers als P.S. I Love You, Baby it’s you, Do you want to know a secret en A taste of honey.
Ik ben weer even thuis, een onbezorgd en nieuwsgierig kind.