Poging 2

Ik loop de berg op, hij rolt mij af.
Aan deze rots verspil ik alle kracht.

Mijn verlegen glimlach ligt niet vast,
Maar is versteend, nog eer

de schilder mogelijkheden zag
idee met zijn verbeelding te verenigen.

Wij maken slechts wat droombaar is:
Een vurig licht, ja overweldigend

op zichzelf, maar ook onwerkelijk.
Een idee van een idee.

En men vergeet: hoe zeer de steen
Op de rug van Sisyfus zweet.

Men draaft en woelt vergeefs, en keert
Terug op zijn innigste schreden.

© Danny Habets, april 2025

Poging 1

Er is geen afstand, zo aftands
zijn wij, zo tam. Geen vinger omhoog

Die niet naar de hemel wijst,
ook al is hij net zo klein

als kleinduimpje en net zo groot
als de verhalen die je eruit zoog,
die genoeglijk klonteren, vergroeien,
en vergeefs leegbloeden.

Ik houd mij liever doof
dan dood. De grond is koud.

Het is een kwestie van zich verhouden.
Tussen zelfbehoud en je vloeibare,

riviergelijke verlangen, want daar zit ik,
daar zit uiteindelijk niks.

© Danny Habets, april 2025