#

1

Open de deur zonder licht, je vindt
een kind, gebukt onder het gewicht
van zware boeken. O, te snoepen
aan dit onvermijdelijk genoegen!

Hij krijgt nu langzaam een gezicht:
de vader groeit uit het kind,
en hij maakt school. Wat onvoldoende
lijkt, maakt hij onmiddellijk goed.

Gisteren liep ik met mijn eendagsbaard
langs het gebouw waar ik vertoefde.
Alleen de gevel stond nog recht.

Men had de jaren in een moment geslecht.
Ik heb nog eenmaal door de gang gestaard
en gedacht dat ik niet meer hoefde.

2

Dit antwoordde hij: dat jij in deze
abnormale toestand hebt verkeerd,
in deze stad, waar in wezen
de tijd stilstaat en wordt beheerd,

dat is vrij bijzonder gezien de lijnen
en momenten die om het monument
zijn uitgezet: het zijn de fijne
draden waar je oog aan went.

Er is geen mens te zien, het is te vroeg.
En ik geloof: ’t is nog niet streng genoeg.
Teveel lijnen telt het voorportaal.

De hemel weet wat strengheid is: een lijn
die een andere doorkruist. Het kan niet zijn.

(Geen enkele stad is ideaal.)

© 1994, 2011 Danny Habets