GESCHIEDENIS 1

een dun wit vlies
dat, vervaagd van niets,
een schaduw openblies:

dit totale, ondoordachte laagje
letters, dat brandt
van vorige eeuwen (in een heimwee
naar verleden),
dat doden bedekt
en steden ontluistert.

=====

GESCHIEDENIS 2

De vertraagde namen bewaren
de vrede
in een Korinthische zuil,
omoorlogd, gebrandschat en verleid.

Alles schikt zich naar ze,
tot in verbeelding toe,

en wat onafgebroken is
afgebroken –

=====

GESCHIEDENIS 3

De woorden vermoorden de doden.
De waarden mismaken de daden,

en wat onafgebroken is
afgebroken,

tot in verbeelding toe.

=====

MET DE GRIEKSE SLAG

De oorlog is bijna de vijand
van de mens. Hij zwijgt
tussendoor. In een ander land
neigt zich een gat.

Ladders stellen zich aan stallen
vol staalgekletter. Mensen vallen
uit de oorlog. De vijand maakt
zich vanzelf los, uit de oorlog,

in een ander rijk,
een andere tijd; en toch gelijk
zijn zij aan de vele velen.

=====

DE GESCHIEDENIS HERHAALT ZICH

sufgelezen woorden bladeren af
wat nog te lezen valt –

Geplaatst in Niet gecategoriseerd