Hoe donker lijkt de wolk
die komt aangedreven,
flitslicht, een draaikolk
vol onheil – indien gebleven
stort zometeen de hele
hemel op mijn dak,
aangeblazen woede en vele
striemen, je krijgt een nat pak.
Terwijl je wacht op de donder
die onvermijdelijk moet komen,
begin je hardop te dromen:
als nu eens, als nu eens niet.
Wie weet wat er gebeurt zonder!
En plots een zee van zon in het verschiet.