Ik zit te kauwen op je gezicht:
het is nog niet voldoende afgedicht.
Heeft te veel leeszucht je hoofd
opgeblazen, en water je verdoofd?
Ik zie er geen been in, geen verstand
te tonen bij wat ik afbrand.
Zout. Zuur. Zoetsappige lippen.
Ik vrij je op. Tegen de klippen.