Ben ik gekleurd genoeg,
Voor de rechtvaardiging van een bestaan?
Of houd je altijd je groene vinkjes
Beschuldigend tegen me aan?

Mijn huid is vijftig tinten: van roze
Tot lichtbruin, gevlekte snit.
Toch zie jij, met hetzelfde rode bloed,
Mij hardnekkig als te breken ‘wit’.

Natuurlijk kunnen wij kleuren lezen,
Wij zien de letters van je leed.
Maar minst van alles zijn wij wit of zwart.

Zijn wij niet allen eenzame ikken?
Een keuze: in onze verdeeldheid stikken,
Of een feest dat de verbeelding tart?

Geplaatst in Niet gecategoriseerd