Door de ramen sijpelt vocht. De ochtend
spreekt door kieren en kozijnen.
Steeds weer lijken te verdwijnen
Dromen, die om het hardste vochten.
Lees: het langzaam wegkwijnen
van wat dierbaar was, de tochten
door de uiterwaard, de bochten
die de zon doen schijnen.
Welke dood moest ik verduren,
welke regels richtten deze gure
schijnvertoning, dit ontgaan?
Kunnen wij de staf breken?
Kunnen wij wel iets bespreken
wat wij nauwelijks verstaan?
© Danny Habets, oktober 2022