Dit voorspelt niets goeds: dat wit
in rood verandert, en water bij de wijn
gedaan wordt, en wijn bij bloed; dit
kan nooit de bedoeling geweest zijn.
Ik heb hier niet om gevraagd, ik
zie de bui al hangen, of beter: een lijk.
Als ik, zonder mokken, jouw agenda slik,
dan heb je wat te bergen met mij.
’s Middags was hij dood, bevroor
tot duizend taferelen dit plaatje –
klonen van de perfecte dood.
En alsof het zo moest zijn:
met een lans stak ik een gaatje
(ook ik deed water bij de wijn).