Ik ben een kloon in ’t diepst van mijn gedachten,
vermei mijzelf met levensangst, met halfzachte
noodverbanden en ouderdomsdetentie.
Ik leef wat los van mij en mijn intentie
en lijk wel tot die dubbeling verkoren,
alleen de bisschop wil er niet van horen.
Met overgave zing ik graag een lied
voor hem, maar liegen lukt mij niet.
Ik ken de gladde, uitgebeten sporen
die onze wandelingen toebehoren:
herhaling maakt ze diep en sleets.
Altijd diezelfde weg en passen steeds.
Altijd dezelfde rondjes om de kerk.
En toch is dát het echte levenswerk.
© Danny Habets