De stilte bij het krieken van de dag,
Als alles voor het eerst op gang komt,
Als droom nog innig samendromt
Met daad – komt als een mokerslag.
Het is juist dát moment, het stille uur:
Een auto in de verte. Een parelhoen
Die zich luidkeels roert, wat uit zijn doen.
Men speelt een overvolle partituur.
Het is slechts onrust, houd ik mij voor,
Een bij die bromt, een spin die draden
Weeft rond onverwerkte daden.
Ik let niet op, weer gaat een dag teloor
Aan muizenissen, hersenspinsels – dode
Woorden, die weinig houvast boden.
© Danny Habets, mei 2023